In deze digibordles komen verschillende kriebelbeestjes voor. In de eerste serie dia's wordt er gevraagd welk kriebelbeestje er begint met die letter. Deze letter staat centraal.

In deze digibordles is het lieveheersbeestje aan het hinkelen. Hij staat elke keer op een tegel. Welk cijfer staat erop de tegel? De kinderen klikken op het goede cijfer. De cijfers staan aan de kant.

In deze les vind je 6 spelletjes over kriebelbeestjes. Het zijn voornamelijk taalspelletjes, zoals rijmen, letters, zelfde woord zoeken, welk woord is langer/korter, zoek dezelfde vlinder of slak, enz

In deze les zitten 6 spelletjes: Rangtelwoorden, kleuren, het proces van eitje naar vlinder, tellen, soorten vlinders, schaduw.

In deze digibordles zitten 7 verschillende spelletjes. Deze spelletjes zijn: tellen en cijfers herkenning, kleuren, rangtelwoorden, kritisch luisteren, cijfervolgorde, hinkelen, enz.

Kies een leuk spel. Zeven verschillende spelletjes voor groep 1

Lieveheersbeestjes: kies een leuk spel 2. In deze digibordles zitten 7 verschillende spelletjes. Aan de orde komen: cijfers, hoogste en laagste cijfer, vormen, hinkelen, de letter L, lichaamsdelen

Kies een leuk spel. Zeven verschillende spelletjes voor groep 2

In deze digibordles komen de volgende kleuren aan bod: rood, geel, groen, blauw, rose, paars, oranje, wit, grijs, zwart, donkergroen, lichtgroen, donkerblauw en lichtblauw.

In deze les klappen de kinderen de namen van de kriebelbeestjes. Daarna klikken ze op het desbetreffende aantal sterren. De namen van de dieren kunnen eerst geoefend worden.

Deze powerpoint gaat over het leven van lieveheersbeestjes. Hoe legt een lieveheersbeestje een eitje? Hoe ziet die eruit? Wat eet een larve?

Deze powerpoint gaat over het leven van lieveheersbeestjes. Hoe legt een lieveheersbeestje een eitje? Hoe ziet die eruit? Wat eet een larve?

In deze digibordles maak je steeds de reeks af.

Rijmen met kriebelbeestjes. De rijmwoorden zijn: spin - kin, mier - vier, slak - zak, bij - blij, duizendpoot - brood, slak - tak, mier - bier, vlieg - wieg, sprinkhaan - maan, enz.

De leerlingen geven aan welke positie de bij heeft ten opzichte van de bijenkorf. De volgende begrippen komen aan de orde: boven, onder, naast, achter, voor, tussen, rechts, links, in, uit, enz.

In deze digibordles tellen de kinderen de slakken tot en met 10. Ook komen enkele rekenbegrippen aanbod zoals: kleinste, grootste en middelste.

In deze digibordles tellen de kinderen de slakken tot en met 10. Ook komen enkele rekenbegrippen aanbod zoals: kleinste, grootste en middelste.

In deze les worden op de eerste dia de namen van de kriebelbeestjes geoefend. Als ze die (al) weten kunnen ze verder gaan. Vervolgens zien ze twee beestjes verschijnen.

In deze les begint er steeds een woord met de letter L. Je klikt op het goede woord.

Een oefening om de woordenschat rond kriebelbeestjes te vergroten. Er wordt gevraagd om het goede dier aan te klikken. Zodra de kinderen op het dier hebben geklikt, verschijnt er een grote foto.

In de eerste serie zie je een beestje met het goede woord eronder. Ernaast zie je 3 andere woorden. Eén van de drie is hetzelfde geschreven. Daar moeten de kinderen op klikken.