Drie verschillende spelletjes zitten er in deze les. Spel 1: Maak de reeks af. Steeds zie je een rij van heerlijke cupcakes. Welke cupcake moet op het plaatje van de vraagteken?
In deze les worden er steeds kaarsjes uitgeblazen op een taart. De kinderen tellen de kaarsjes op de taart. De eerste serie heeft 5 kaarsjes, de tweede serie heeft 7 kaarsjes op de taart.
Steeds is een jongen of meisje jarig. Er zijn 7 verschillende spelletjes. Zo wordt er gevraagd wie er de jongste is of wie de oudste is op het feestje. Je kan de opgestoken vingers tellen, enz.
Welke lampion is hetzelfde, groot, klein.
Welke lampionnen zijn even groot.
Zet de lampionnen van klein naar groot en omgekeerd.
Zet de lampionnen van breed naar smal en omgekeerd.
De les is verdeeld 2 niveaus. In het makkelijke niveau tellen de kinderen vlaggen die over 2 lijnen verdeeld zijn. In het moeilijke koppelen kinderen de hoeveelheid over 2 lijnen aan een som.
In deze digibordles zien de kinderen steeds een aantal plaatjes. Een plaatje is anders en hoort er niet bij. De kinderen klikken op het plaatje dat er niet bij hoort.