In deze les zien de kinderen een plaatje uit het boek: Kikker in de kou. Het woord dat geklapt moet worden staat er naast. De kinderen klappen het woord.
In deze digibordles komen de volgende begrippen aan de orde: grootste, kleinste, dikste, dunste, donkerrood, lichtrood, snelste, verste, dichtbij, middelste, meeste, minste, hoogst, laagst en blij.
In deze digibordles zitten 7 verschillende spelletjes over Kikker in de kou. De spelletjes zijn ingesproken en kunnen al vrij gauw zelfstandig gespeeld worden.
Kikker heeft het erg koud. Varken gaat een sjaal breien voor Kikker. Hij maakt elke keer een andere sjaal voor hem. Bij elke opdracht klikken de kinderen op de goede sjaal
In deze les verschijnen er steeds 5 plaatjes op een rij. Na een paar seconden worden de plaatjes omgedraaid. Een plaatje is niet omgedraaid. Weten de kinderen nog waar hetzelfde plaatje ligt in de rij
In deze les luisteren kinderen naar de opdracht. Vervolgens gaan ze kijken welke hokje met het juiste aantal kikkers, hazen, varkens of eenden erbij hoort. Daar klikken de kinderen op.
Je hoort steeds een stukje van het verhaal van Kikker. Er staan drie plaatjes op de dia. De kinderen klikken op het plaatje dat bij dat stukje verhaal hoort.
In deze les staat er steeds links een plaatje met een woord. Het woord wordt ook uitgesproken. Aan de rechterkant zie je drie woorden staan. De kinderen klikken op het goede woord.