In deze digibordles zitten 7 verschillende spelletjes. Spel 1: Hoeveel kerstballen tel je? Je moet hier wel kunnen tellen tot en met 20 en de cijfers kennen tot en met 20. Spel 2: zoek het goede woord. Kijk naar het plaatje en met woord eronder. Ernaast zie je drie woorden. Welk woord is er goed geschreven? Spel 3: een begrippenles. Spel 4: rangtelwoorden. Spel 5: rijmen met de kerst. Spel 6: welk schaapje heeft er geen stal? Elk schaapje heeft een kleur en een stal. De stal heeft dezelfde kleur als het schaapje. Er ontbreekt elke keer één stal. Welke stal is dat? Spel 7: de letter k. Je ziet allemaal woordjes geschreven. Eén van die woordjes begint met de letter k. Zodra je daar opklikt, verschijnt het plaatje van dat woord in beeld.
In deze digbordles zitten 4 verschillende spelletjes. Eén spel gaat over een poes die steeds kerstballen per ongeluk kapot maakt. De kinderen moeten tellen hoeveel kerstballen er zijn blijven hangen. Bij het andere spel wordt er heel wat afgeknald. Er vliegt heel wat vuurwerk de lucht in. Er staat ook een spel op, waarbij de kinderen het goede woord moeten aanklikken. En er staat een les over begrippen op. Ze moeten goed kijken naar het plaatje met de streep eronder.
Kunnen de kinderen al wat woorden lezen, dan kun je deze digibordles aan hen aanbieden. De kinderen zien een plaatje, met drie woorden eronder. Een van de woorden is goed. Boven de woordjes zien ze een kerstbal. Ze moeten op de kerstbal klikken. De woordjes staan onderaan de dia, zodat de kinderen die ze willen aanwijzen tijdens het lezen dat makkelijk kunnen doen. Doordat ze op de kerstbal moeten klikken, kunnen ze rustig het digibord aanraken, zonder dat er wat gebeurt. Het eerste gedeelte van deze PowerPoint bestaat uit woordjes, in het tweede gedeelte moeten de kinderen kleine zinnetjes lezen.
In deze digibordles komen de volgende rijmwoorden aan de orde: kerstboom- slagroom, kaarsen - laarzen, kerstbal - paardenstal, klokken - sokken, ster - lucifer, engel - hengel, stal - bal. klok - sok, kaart - appeltaart, open haard - baard, beer - onweer, trein - konijn, sneeuw - leeuw, champagne - oranje, kaars - paars, vlammetje - lammetje, slinger - vinger.
In deze digibordles moet je goed kijken. De plaatjes lijken erg op elkaar. De eerste serie dia's staat er één plaatje boven en vier kleine plaatjes eronder. Je kijkt naar de bovenste en zoekt hetzelfde plaatje eronder. De volgende serie dia's gaat iets anders. Er verschijnt in het groot één kerstafbeelding. Je gaat goed naar die afbeelding kijken. Heb je het goed gezien, dan klik je op pijl. Nu verschijnen er vier plaatjes. Weet je nog welke afbeelding je moest zoeken? Heb je het goed gedaan, dan ga je verder. Heb je op het verkeerde plaatje geklikt, dan ga je weer terug en mag je nog een keer kijken. Deze digibordles is niet ingesproken. Even samendoen in de kring en de kunnen het verder zelfstandig.