In deze digibordles gaan de kinderen de woorden klappen die ze zien op het plaatje. Ze luisteren hoeveel klapjes (lettergrepen) het woord heeft. Vervolgens klikken ze op het plaatje met evenveel herfstblaadjes. De woorden die aanbod komen zijn: regen, appel, boom, uil, kastanje, web, spin, kabouter, eekhoorn, mos, slak, eikels, blad, egel, paddestoel, beukenoot, bos, paraplu en bladeren.